Het Verenigd Koninkrijk heeft de interne markt en de douane-unie van de EU verlaten
Sinds 1 januari 2021 heeft het Verenigd Koninkrijk de interne markt en de douane-unie van de EU verlaten.
Als gevolg hiervan zal het Verenigd Koninkrijk niet langer profiteren van het beginsel van vrij verkeer van goederen op de interne markt van de EU.
Zelfs met de nieuwe handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK zullen fabrikanten met nieuwe handelsbelemmeringen worden geconfronteerd.
Hoewel we ons uiterste best hebben gedaan om ervoor te zorgen dat dit document correct en up-to-date is, heeft het niet de bedoeling juridisch advies te geven of om een volledige, diepgaande weergave van de wet te zijn. Wij raden de lezers ten zeerste aan om te verwijzen naar de regelgeving zelf, die altijd prevaleert boven de informatie die wij kunnen bieden.
De BUtgb staat in nauw contact met zijn Britse collega’s om ervoor te zorgen dat de BUtgb in staat is om fabrikanten te helpen bij het op de markt brengen van producten in de EU en het Verenigd Koninkrijk.
Meer over het vertrek van het VK uit de interne markt van de EU en de douane-unie
Volgens de voorwaarden van het terugtrekkingsakkoord kunnen goederen die vóór het einde van de overgangsperiode (31 december 2020) rechtmatig op de EU-markt werden gebracht, blijven circuleren totdat ze hun eindgebruiker bereiken, ongeacht of ze zich in het VK of de EU bevinden, op voorwaarde dat deze producten:
- vallen onder een geharmoniseerde Europese norm, die hetzelfde is als een in het VK aangewezen norm (zie hieronder)
- zijn voorzien van CE-markering
- vergezeld zijn van een prestatieverklaring van de fabrikant
- zijn beoordeeld door een door de EU erkende aangemelde instantie, in gevallen waarin beoordeling door een derde partij vereist is.
In het Verenigd Koninkrijk zijn de Construction Products (Amendment etc.) (EU Exit) Regulations 2020 van toepassing. De Britse regelgeving lijkt sterk op Verordening (EU) 305/2011 (CPR), maar is van toepassing op de Britse interne markt.
→ Raadpleeg Construction Products (Amendment etc.) (EU Exit) Regulations 2020
Voor het VK zijn alle bestaande geharmoniseerde Europese normen in het VK ‘aangewezen normen’ geworden. Dit betekent dat onmiddellijk na het einde van de overgangsperiode (31 december 2020) de geharmoniseerde Europese normen en door het VK aangewezen normen identiek waren. Als de wettelijke vereisten veranderen, zullen er verschillen in normen verschijnen. Voor zover wij hebben kunnen controleren, komen deze normen overeen met de meest recente lijst van geharmoniseerde EU-normen.
→ Raadpleeg de lijst met in het VK aangewezen standaarden, gepubliceerd op 18 december 2020
Voor fabrikanten van bouwproducten is het belangrijk om te kunnen voorspellen wat er met productnormen gaat gebeuren. Zal het VK haar eigen normen ontwikkelen of zal het VK Europese normen blijven gebruiken en voor hoelang? De handelsovereenkomst tussen de EU en het VK bevat dit soort details niet, dus dit is iets dat later zal worden besproken.
BSI’s lidmaatschap van CEN
BSI blijft lid van CEN tot eind 2021. Vanaf 1 juli 2020 is BSI echter een ‘niet-EER-lid’ van CEN geworden. Dit heeft invloed op enkele specifieke stemsituaties. Bij de soorten stemmen die zijn opgesomd in subclausule 6.1.4 van CEN / CENELEC intern reglement deel 2 (bv. Nieuwe of gewijzigde Europese normen), worden gewogen stemmen toegepast. In de eerste fase worden de stemmen van alle leden geteld en wordt het voorstel aangenomen als aan de gewogen stemcriteria is voldaan. Er zijn in deze fase geen wijzigingen met betrekking tot BSI; de weging van BSI blijft hetzelfde. Als het voorstel echter niet in de eerste fase wordt aangenomen, worden de stemmen van alleen de EER-landen apart geteld. In deze situatie wordt de stem van BSI niet meegeteld.
Als het voorstel dus door fase 1 komt, zijn alle leden verplicht het uit te voeren, ook BSI. Als het voorstel niet in fase 1 aanvaard wordt, maar wel in fase 2, zijn alle EER-leden verplicht het uit te voeren, samen met alle niet-EER-leden die positief hebben gestemd. Dit betekent dat als BSI negatief zou stemmen, het niet verplicht zou zijn om het besluit uit te voeren. Als BSI positief zou stemmen, zou het verplicht zijn om het besluit uit te voeren. Als het voorstel fase 2 niet haalt, is er geen verdere actie.